Ds. Wessel Westerveld, 27 mei 2018

Mattheüs 28: 16-20

Vandaag – zondag – alweer, goddank!
Elke 1e dag van de week is het zondag.
Als een christelijke sabbath is de zondag de gave die aan alles voorafgaat:
God-voor-jou, IK-ZAL-ER-ZIJN à
nu kun je er weer zes dagen tegenaan in alle dagelijksheid, gemodder  en gedoe.

De dag ‘van de Eeuwige voor de mens’.
Die ene dag van ‘ophouden’
– sabbath betekent letterlijk ophouden –
opschorten van de zorgen en plichten van alledag,
om ruimte te maken en te ontvangen wat van de Eeuwige is – van eeuwigheidswaarde.

Daarom komen we samen, in een kerk, met liturgie.
Liturgie is meer dan ‘het boekje’:
Liturgie is wat we hier doen:
Zingen, bidden, bijeenzijn voor Gods aangezicht.
Liturgie betekent zoiets als ‘vieren’ en dat is ‘loslaten’.
Loslaten is ‘ruimte geven en ontvangen’.

En dat is wat we elke week doen, op de zondagen:
vieren, loslaten, ruimte geven en ontvangen
– onze drukke weken van tijd en spanning is ingebed in de eeuwigheid:
in de ruimte en genade van de zondagen.
Elke week weer!

En al die zondagen – die staan op hun beurt in een liturgisch jaar.
Ons tijdige (en soms ontijdige) door-de-weekse-alledaagse bestaan
is ingebed in die 52 zondagen van het ‘liturgisch jaar’.
Met andere woorden: ingebed in De Grote Gebeurtenissen tussen God, mens en wereld,
die we gedenken iedere zondag,
jaar na jaar.

Die Grote Gebeurtenissen tussen God, mens en wereld
raken de grote thema’s van ‘mens te zijn op aarde’:
Verwachting en hoop (Advent),
Licht en verbondenheid (Kerst),
Eenzaamheid, angst en zoeken (Veertigdagentijd),
Dood, sterven, zonde, pijn (Goede Vrijdag),
Opstaan, de Steen voor je Graf wegrollen, van lasten bevrijd zijn (Pasen),
Geestkrachtig en geestdriftig, vitaal en stralend (Pinksteren).

Zo’n zondag en zo’n liturgisch jaar: het is een bemoedigende uitvinding…
onze tijd tikt wel voort,
wij gaan voorbij,maar onze ‘wegtikkende uren’
zijn in de eeuwigheid, in de handen van de Eeuwige, ingebed.
In het Liturgisch Jaar – dat gedenkt de grote daden Gods
rond wat het is om door-de-weeks-mens-te-zijn-op-aarde.

(…)

Vandaag, 27 mei 2018 – is het zondag Trinitatis (Drieëenheid).
God: Vader, Zoon, Heilige Geest.

Het is een metafoor.
De typische metafoor van de christelijke religie.
Een metafoor, die iets zegt over de wijze
waarop gelovige mensen zich verhouden  tot wie zij G’d vermoeden.
God is als Vader,
God is als Zoon,
God is als Heilige Geest.

God-de-Vader:
God kan niet zonder kind God zijn: dat zegt God-de-Vader (wat ook moeder zijn kan trouwens – lees Jesaja).
Met het vaderschap / ouderschap zet de Bijbel in:
“God schept de mens naar zijn beeld”
en “blaast in zijn neusgaten ademhaling van leven;”
zegt de Bijbel – daar begint Gods vaderschap over de mensen!
Wij – die in de Bijbel kinderen van God worden genoemd –
zijn daarmee ook als het ware dragers van ‘een beetje God’;
Erfgenamen.
Zoals een kind voortkomt uit wie zijn ouders zijn,
komen wij allen ‘voort uit God’.
Dat is me toch wat… niet gering.
God de Vader.

God-de-Zoon:
Met andere woorden:
God leeft voort in zijn kinderen – u, ik,
en bij uitstek in Jezus Christus, sprekend zijn vader!
Zo dichtbij als in Jezus – mens als u, jij en ik – wil God ook zijn bij ons.

God-Heilige-Geest
God die zich verstaanbaar maakt in jouw taal.
Zodat jij – unieke mens, met je eigen verhaal en geschiedenis,
hetzelfde maar ook altijd anders dan andere mensen –
drager wordt van Gods Woord!
God leeft – er valt mee te praten…

Zo zijn wij van het geloof in God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.

En in dat geloof worden we door Jezus – volgens Mattheüs – uitgestuurd.
Wat moeten we nu doen dan?
Volkeren tot leerlingen maken
en dopen in de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.

Mooi vind ik dat, ‘tot leerlingen maken’.
Dat suggereert openheid.
Leerling zijn is een ‘state of mind’,
heel wat anders dan ‘volgeling zijn’ of ‘aanhanger zijn’,
of ‘fan, of ‘lid van een kerk’.
We worden gevraagd tot leerling te maken en als leerling te zijn,
dus open te staan te leren, altijd maar te leren.
Levenslang ‘Lernen’ heet het in het Duits,
en het is de kern van Jodendom.
A ha, zie je, Jezus is behoorlijk Joods!
Misschien valt het dan ook wel mee, met de bekeringsdrang van Jezus zelf,
Joden zijn niet zo ‘van het bekeren’,
als je alleen maar bezig bent mensen te bekeren,
vergeet je zelf te leren, want dan weet je het klaarblijkelijk al.

Mensen tot leerling maken dus,
en dopen in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest.

Of je dat letterlijk doet, dat dopen  – dat is natuurlijk mooi! – maar niet de essentie.
Dopen is een ritueel, waarmee wordt getoond,
expliciet en met krachtige symboliek – door het water getrokken! – :
jij hoort bij God de Vader, God de Zoon en God de heilige Geest.
Omdat je bij God hoort en bij de mensen, word je gedoopt –
het is niet andersom: omdat je wordt gedoopt, hoor je bij God en de mensen…

En daarom – omdat je bij God hoort, en jij ook, en jij ook, en die etterbak zelfs ook…
en natuurlijk is het weerbarstig om zo altijd naar mensen te kijken
met alle rottigheid die ze ook meedragen en uithalen,
maar toch –
daarom,– omdat je bij God hoort, en jij ook, en jij ook, en die etterbak zelfs ook… –
kan het evangelie zo hoopvol eindigen:

 “En zie, ik ben met u, al de dagen, tot aan de voleinding van de wereld.”

Het kan niet stuk, met God en mensen.

Amen.