Ds. Wessel Westerveld, 4 november 2018

Mattheüs 7, 7-12

 

 

“Zoekt en je zult vinden”, dat is een bekende uitdrukking in ons taalgebruik.  Hij is van Jezus. Hij zegt er ook nog bij: vraagt en je zult gegeven worden, klopt en jou zal worden opengedaan.  Jaja – maar je moet er wel een draai aan geven! Een gelovige draai. Zoals dat jongetje in het overbekende verhaal van Okke Jager, dat heel hard bij oma aan tafel bidt om een nieuwe fiets. “Hé”, zegt z’n moeder, “niet zo hard: God is niet doof!” “Nee”, zegt het jochie, “maar oma wel”!




Jezus spreekt over de relatie tussen de Eeuwige en de mens.
En hij zegt:
Vraagt en er zal aan u gegeven worden;
zoekt en ge zult vinden;
klopt en er zal voor u worden opengedaan;
want al wie vraagt mag aannemen
en wie zoekt vindt,
en voor wie klopt zal worden opengedaan;

Traditioneel is ons deze passage voorgesteld als: gebedsverhoring.
Maar wat ís dat?
En hoe kun je dat weten – dat je gebed wordt verhoord?

In een Joods verhaal wordt verteld van een rabbijn
die met zijn dorpsgenoten
overvallen wordt door een watersnood.
Heel de bevolking wordt geëvacueerd,
maar de rabbi wil niet weg.
‘God zelf zal mij helpen’, zegt hij.
Het water komt hoger en hoger.
De rabbijn klimt naar de bovenste verdieping van zijn huis.
Er komt een bootje aan dat hem wil redden.
‘Nee’, zegt hij, ‘God zal mij redden’.
Het water stijgt en stijgt.
Hij moet hoger klimmen, het dak op.
Een volgend bootje met reddingswerkers komt, maar hij gaat niet mee.
‘God zal mij redden’, zegt hij.
Hoger moet hij klimmer, alsmaar hoger, totdat hij op de top van zijn huis zit.
Er komt een helikopter aan, met een touwladder naar beneden.
Maar hij klimt er niet in.
‘God zal mij helpen’ roept hij.
Het water blijft maar stijgen, het begint steeds harder te stormen.
En de rabbi, hij verdrinkt in de golven.
Eenmaal in de hemel aangekomen,
wordt hij boos op God.
‘Ik heb zo op U vertrouwd, waarom hebt U mij niet gered?’
‘Tja’, zegt God, ‘Ik heb het drie keer geprobeerd…’

Gebedsverhoring – je moet het wel zien, anders heb je het niet door,
vrij gezegd naar wijlen Johan Cruijff…

Dit bekende verhaaltje,
en ook die bekende anekdote op de voorkant van de Orde van Dienst en zo zijn er tallozen meer
laten zien,
dat gebedsverhoring in elk geval niet is van
“Ik vraag – God draait…”

Het werkt met God
en onze vragen, verlangens, wensen, gebeden en hoop niet zo,
dat ze één op één als een potje en een dekseltje op elkaar passen.
En dat weten we allemaal natuurlijk best.

(…)

En toch zegt Jezus:
Vraagt en er zal aan u gegeven worden;
zoekt en ge zult vinden;
klopt en er zal voor u worden opengedaan;
want al wie vraagt mag aannemen
en wie zoekt vindt,
en voor wie klopt zal worden opengedaan;

Ja, dat zegt ‘ie inderdaad – wat voor draai zal ik daar dan eens aan geven…

En dát is het natuurlijk ook: er een draai aan geven!
Dáár gaat het om, het is de kern!
Aan geloven en God-en-zo een draai geven…
Had die Rabbi dat maar gedaan – dan was hij gered!

Je moet er een draai aan geven…
aan hoe het zijn kan met God-of-zo en jouw vragen, verlangens, wensen, gebeden en hoop,
een gelovige, creatieve, eerbiedige draai.

Dat is de kern van geloven – denk ik:
Aan het ongerijmde en grotere een soort draai geven,
aan wat niet zomaar ‘past’ in je leven,
zoals een wonder van de liefde of juist een verschrikking als een plotselinge dood,
aan het grootse jou overstijgende – aan dat wat ons overkomen kan en buiten onze regie valt –
zo’n draai geven, dat je er iets mee kunt, zoals dat heet.
Zodat jij er tóch in ‘past’ op één of andere manier.

En als Jezus zegt:
Vraagt en er zal aan u gegeven worden;
zoekt en ge zult vinden;
klopt en er zal voor u worden opengedaan;
want al wie vraagt mag aannemen
en wie zoekt vindt,
en voor wie klopt zal worden opengedaan;
dan denk ik, dat hij ons hiertoe uitnodigt,
om zo’n gelovige draai aan ons bestaan te geven.
Met al het ongerijmde, onbegrepene, fantastische en omineuze.
Door te vragen, te zoeken, te kloppen – onophoudelijk.
Dat is de gelovige houding bij uitstek – precies tegenovergesteld eigenlijk van ‘het zeker weten’…

Ik herinner mij een  vrouw uit India in Taizé,
die in een notendop vertelt, waarom voor haar Taizé zo’n bijzondere plek is:
In Taizé krijg je geen antwoorden,
maar daar houden ze het met je uit,
zoekend, vragend, kloppend,
in het vertrouwen dat jouw eigen antwoord zich zal aandienen…of niet…

Vragend,
zoekend,
kloppend…
Leven in de ‘ontvangstand’ – wat dient zich aan?

Daar begint geloven en Godsvertrouwen mee,
met de mens in de ontvangstand.
Abraham,
Mozes,
Jezus,
het eerste dat hen gebeurt, is ontvangen:
een stem die zegt: ga naar het land dat ik je wijzen zal,
een stem die zegt: IK-ZAL-ER-ZIJN gaat met je mee,
een stem die zegt: Jij bent mijn zoon, de Geliefde

Leven in de ‘ontvangstand’:
Vragen, zoeken, kloppen…
Dat is de menselijke insteek in zijn relatie tot de Eeuwige – altijd weer:
Vragen, zoeken, kloppen,
en dat houdt nooit op.
Vragen, zoeken, kloppen
– het vraagt de bescheidenheid van “ík weet het uiteindelijk óók niet, dus ik vraag maar, zoek, klop…”,
en dát vraagt ook weer lef en moed.
Dat je het durft uit te houden in ‘vragen, zoeken, kloppen’,
dat je niet bezwijkt onder de onzekerheden en twijfels,
die dit continue proces van vragen, zoeken, kloppen kunnen oproepen.

Vraagt en er zal aan u gegeven worden;
zoekt en ge zult vinden;
klopt en er zal voor u worden opengedaan;
want al wie vraagt mag aannemen
en wie zoekt vindt,
en voor wie klopt zal worden opengedaan;

En wát vinden we,
wát nemen we aan,
wát ontvangen we,
als we ‘aankloppen’ bij de Eeuwige?

Brood en vis, zegt de lezing.
Immers – dat zouden wij elkaar al geven,
zegt onze lezing met zoveel woorden –
dus de Eeuwige doet dat zeker!

Want, zo versta ik dit,
dat wij brood en vis geven aan elkaar – dat ís op zichzelf al het geven van de Eeuwige.
Het is het uithouden van Taizé,
het is mens-zijn voor de ander,
het is de goede liefdevolle blik van verstandhouding, die zegt: ik zie jou,
het is elkaar tot Godsnaam zijn: IK-ZAL-ER-ZIJN.

Dáár is God,
ubi caritas,
waar liefde is en zorg en het leven geleefd kan worden  – het brood en de vis –
Deus ibi est – daar is God…
Bij ons – zoekende, vragende, kloppende mensen –
bij ons aan tafel schuift Hij aan…
Amen.