Ds. Wessel Westerveld, 9 december 2018

Lucas 3: 1-6

Gemeente voor Jezus Christus,

Voor wie vaak in de kerk komen
– en de meesten, die steeds minder worden overigens – komen dat,
zijn sommige teksten in sommige jaargetijden inmiddels zeer vertrouwd.
Dat geldt vast ook voor de tekst van vandaag.
Steevast klinkt de oproep van ene Johannes de Doper op één van de vier zondagen voor kerst –
de periode die we ‘Advent’ noemen.

Ad-vent, letterlijk betekent dat zoiets als ‘aankomst’ of
– ook een heel mooi woord, proef maar eens goed- :
‘toe-komst’.

Toe-komst – veel méér dan ‘later’ of ‘straks’ – daar gaat niets van uit, dat klinkt heel passief –
maar ‘toe-komst’ heeft een actieve klank – alsof ‘ie al bestaat, werkelijk is,
en vanuit de tijd en de ruimte die nog komen moet naar jou reikt
– om je te halen, te lokken, te verleiden, vol verwachting te gieten –
er zit dynamiek in, beweging – toe- komst…
en daarom dat Advent (‘toe-komst’) ook vaak wordt omschreven als ‘verwachting’.

Wat voor verwachting?
Die waarover de profeten altijd al schreven en nog schrijven:
“alle vlees zal zien de redding door God!’

Religieuze taal voor de oermenselijke hoop en verwachting dat het goed komt!

Dat is Advent als toe-komst:
het komt goed.
Maar hoe komt het dan goed?
Ja – hoe komt het goed…
Daar kun je nog heel verschillend over denken…

Hoe denkt Johannes de Doper daarover?

Het klassieke Johannes de Doper-beeld
vindt u letterlijk afgebeeld op de voorkant van de Orde van Dienst.
Johannes de Doper, de wegwijzer, de heraut, die aankondiger van ‘komt goed!’,
hij wijst al naar die toe-komst – ‘kijk dan’, kijk dan!
“alle vlees zal zien de redding door God!’

 

Johannes de Doper
Matthias Grünewald ca. 1480 – 1528

Bij deze Johannes staat ook een Bijbeltekst:
Uit Johannes 3:30: “Illum oportet crescere, me autem minui” , in Naardense Bijbel Nederlands:
“Hij moet toenemen, maar ik minder worden”
en ik denk dat waar hij naar wijst,
in overbekende symbooltaal ook al aanwezig is:
het lam Gods dat wegdraagt de zonde der wereld…
Daar is de redding door God…

En hoe kom je daar dan in terecht,
in die redding van God?
Door je te laten dopen en je te bekeren,  dan krijg je namelijk vergeving van de zonden….
Zoiets staat toch ook in deze tekst?

Ja, nou ja, nou…
Is het inderdaad wat dat goed komen betreft
een kwestie van gedoopt worden, bekeren en zondenvergeving?
En wat is dat dan precies?
Het is in onze traditie vaak zo uitgelegd
en ik denk dat het voor veel mensen ook zo in het hoofd zit:
Door de doop ga je bij God horen,
maar dan moet je wel nog bekeren,
en dat is dan Jezus erkennen als Christus, je zaligmaker
– hij die zorgt dat je in de hemel komt, bedoelen dan veel mensen –
want alleen dán worden je zonden vergeven,
en kom je – gereinigd en van zonden vrij – in de hemel,
m.a.w.: word je behouden…

Dat sommige mensen zich bevrijd kunnen voelen hierdoor
en van allerlei angsten verlost,
dat is mooi,
tegelijkertijd leverde het veel mensen ook allerlei angsten op,
want stel je voor, je was toch nog niet bekeerd genoeg…
dan kon je de hemel wel schudden…

….

maar in deze tekst gaat het helemaal niet
over deze ‘interne’ hoogstindividuele bekering
van ‘Jezus-in-je-hartje…

Laten we nog eens goed kijken naar de tekst waar die spreekt over doop, bekering en zondenvergeving – en ik laat drie verschillende vertalingen horen,
om te laten zien, dat vertalen soms nauw luistert!

Dus even van de overweging naar een uitleg – beetje technisch verhaal:
De meesten hier zijn opgegroeid met de vertaling van 1951 van het NBG:
Daar staat: “En Johannes de Doper kwam in de gehele Jordaanstreek en predikte de doop der bekering tot vergeving van zonden…”
De Nieuwe Bijbelvertaling uit 2004 zegt net zoiets, maar wat vrijer vertaald: “Daar ging Johannes in de omgeving van de Jordaan verkondigen dat de mensen zich moesten laten dopen en tot inkeer moesten komen, om zo vergeving van zonden te verkrijgen.”
De Naardense Bijbel – de versie uit 2014 – vertaalt:
Hij komt tot heel de streek
van de Jordaan,
predikend een doop van bekering
tot loslating van zonden,-

En dat is echt iets anders.
Twee woorden staan centraal voor een goed begrip van deze tekst:
Het woord ‘bekering’, dat de NBV met ‘inkeer’ vertaalt.
En het woord vergeving  of loslating, zoals de Naardense Bijbel het zegt.

Eerst eens naar dat woord ‘bekering’ of ‘inkeer’.
Het Griekse woord (metanoia) heeft van doen met ‘omkering van gedachten, van geest’,
het wordt ook wel vertaald met berouw, vandaar misschien de nieuwe Bijbelvertaling met ‘inkeer’.

Maar Johannes de Doper was geen Griek – hij was een Jood.
Ook geen Christen dus – net als Jezus zelf een Jood was, en geen Griek of geen Christen.
Als Johannes of Jezus een woord als ‘bekering’ of ‘omkeer’ zouden hebben gebruikt,
hadden ze waarschijnlijk het woord gebruikt dat in de Tenach
– het Oude Testament, het geloofsboek voor de Joden – ‘tesjoeva’ heet:
‘Terugkeer’,  ‘omkeer naar de bron’…

De profeten roepen er vaak toe op:
keer terug naar de ENE!
Het Hebreeuwse woord tesjoeva –
dat is toch iets anders dan wat wij christenen verstaan onder bekering.
Het gaat  niet om een voor waar aannemen van een aantal dogmatische aannames over Jezus Christus –
het gaat bij ‘teshoeva’ – bekering – om een terugkeer naar je bestaansbron:
de EEUWIGE met zijn richtlijnen voor een goed leven.
Bekering vanuit Joods perspectief (tesjoeva) is dan ook niet zozeer iets van ‘het denken’,
ook niet van ‘je hart aan Jezus geven’,
het is vooral iets van het ‘doen’.
Tesjoeva is omkeer naar je bron – God – in wat je doet en nalaat.
Hoe je er verder ook over denkt…

En dan dat andere woord: vergeving of loslating.
Dat is niet hetzelfde.
De eerste betekenis van het gebruikte Griekse woord is loslating, vrijmaking.
De meest voor de hand liggende vertaling is echt  ‘loslating van zonden’.
En eerlijk gezegd maakt deze keer de Nieuwe Bijbelvertaling het wel al te bont hier:
“om zo vergeving van zonden te verkrijgen.”

Dat is geen vertalen van het Grieks,
maar dat is de traditionele christelijke leer van zondenvergeving in de tekst inlezen…

Afijn, een wat technisch verhaal, maar toch nodig –
want zo wordt het wel duidelijk, wat – volgens mij – Johannes de Doper hier zegt.

Er staat:
Hij komt tot heel de streek
van de Jordaan,
predikend een doop van bekering
tot loslating van zonden,-

en er wordt mee opgeroepen
om de weg van het doen van zonden los te laten,
– nergens wordt gerept van dat je vergeving van zonden zult krijgen –
nee, je moet het gewoon niet meer doen, dat staat er!

Verlaat die weg van zonden, laat het achter je,
nok er mee, keer op je schreden terug naar de bron!,
en de doop is daarbij een helpend ritueel,
en in prachtige beeldspraak van de profeet wordt die ‘loslating van zonden’ beschreven:
“bereidt de weg van de Heer,
maakt recht zijn paden!-
elke kloof moet worden gevuld
en elke berg, elke heuvel geslecht;
de kronkelingen rechtgetrokken
en de barre wegen vlak gemaakt:

Poëzie van wereldklasse!
Als we dat doen,
loslating van zonden,
dan zullen we het kunnen meemaken:
alle vlees zal zien
de redding door God!’

Het gaat helemaal niet over vergeving van zonden als je in Jezus gelooft en je bekeert.
Het gaat over
Niet meer doen, zulke stomme, zondige dingen
Niet meer doen – want zo blijven barre wegen bar en boos en kloven bestaan –
Nee, dan: zoek verbinding en doe recht!
Dan komt het goed!
(“alle vlees zal zien de redding door God!”)
Dat is nog eens hoopvol!

Zo’n beetje tegenovergesteld aan de Traditionele Christelijke Leer,
die toch al gauw iets heeft van ‘de mens geneigd tot alle kwaad en niet in staat tot enig goeds…’
zoals menig catechismus beweert –
daarom misschien dat de Nieuwe Bijbelvertaling stiekem de set  vergeving krijgen
erin heeft gefietst, want dat is dan natuurlijk het enige dat helpen kan…je kunt immers niet je eigen redder zijn…

Hier niets van dat doemdenken!
Wij niet in staat tot enig goeds en geneigd tot alle kwaad…???!!!
Het is een affront voor onze God
die de mens – gvd zou ik bijna zeggen, maar dat doe ik niet, –
naar zijn beeld heeft geschapen –
Kom op!

We kunnen het…
Wir schaffen dass,
Yes, we can!

Dat  toont Jezus aan, die op het punt staat geboren te worden…
Die die ‘toe-komst’ is die onze verwachting aanboort en voedt!
Gisteren, vandaag en morgen.

Dus: niet te somber, mensen,
laat je ook niet te makkelijk vergeven door Jezus of wie dan ook,
laat liever de zonden los,
doe het gewoon niet meer,
en zeker, het is een redelijke puinzooi,
maar…komt goed!

Laat ons daarnaar leven en vertrouwen!
Dan wordt er elke dag weer een Messias geboren.

Amen.