Ds. Wessel Westerveld, 21 april 2019

Marcus16:1-6

Gemeente van Jezus Christus, gemeente voor Jezus Christus,

Als het getuigenis van dat lege graf
met die weggerolde steen
had ontbroken aan dit verhaal,
had  dan het verhaal van die wijze rabbi uit Nazareth het gehaald tot in onze tijd?
Of was Jezus Christus dan uiteindelijk één van de velen geworden
die sterven aan de hardheid en het onmeedogende van onze werkelijkheid?
En een aantal jaren nog worden herinnerd misschien, herdacht,
om dan zoals het uiteindelijk alle doden vergaat vergeten te worden?
Die rabbi uit Nazareth zou niet de enige in onze geschiedenis zijn,
die bij Goede Vrijdag blijft steken, blijft haken, blijft kleven –
die er in blijft, in die Goede Vrijdag.
Er in blijven, in Goede Vrijdag?
Hè?
Nou ja, als het ware dan, bedoel ik.
Ik licht het toe.

Goede Vrijdag kan natuurlijk elke dag zijn – maar de dag heet Goede Vrijdag,
wat mij betreft niet omdat het de dag is,
waarop God zich met de mens heeft verzoend omdat zijn zoon is leeggebloed,
-de klassieke verzoeningsleer is mij veel te kort door de bocht,
ik las, dat die leer ooit door een collega omschreven is als Cosmic Child Abuse –
maar Goede Vrijdag, dát is de dag uit het Scheppingsverhaal,
waarop God de mens maakt,
naar zijn beeld en gelijkenis.
Hoe goed is dat!
Jij, ik, net als die Rabbi uit Nazareth, van God gebouwd!

Pilatus toont ons ook nog een keer die van-God-gebouwde-mens,
op Goede Vrijdag,
als hij zegt: “Zie de mens!”
En dan zien wij de mens, zoals die God voor ogen staat.
Die Rabbi van Nazareth.
Zie, de mens – zie het mensenkind, zie de Mensenzoon:
Jezus Christus: zo’n mens bedoelt God.
Wonderdoener, waarheidzoeker – goed en vol liefde –
-Pilatus kan er geen kwaad in vinden:
dit is er nog eens ééntje van God-of-zo…
Maar zo zijn er natuurlijk ook nog wel meer
– eigenlijk zijn wij allemaal ‘ééntje van God-of-zo.’
Die Rabbi uit Nazareth is trouwens wél een heel mooi voorbeeld van het exemplaar ‘mens’
– uitzonderlijk mooi, uniek ook.
Zo dicht bij God gebleven…Maar hij is niet de enige, dat dan weer niet…
Wij kunnen het ook zijn – wij zijn het ook…

Goede Vrijdag, de zesde scheppingsdag
– ja, mooi, we zien de mens-van-God-gebouwd,
dat wij die mensen zijn – het wordt ons in herinnering gebracht,
Pilatus laat ḿ zien: ‘kijk dan – niets mis mee, toch, zo’n mooi mens!’

Maar we krijgen nóg iets te zien op die zesde dag, de Goede Vrijdag.
Helemaal niet goed.
Maar ook helemaal wel waar.
Het kruis.
Dat afgrijselijke kruis…

Theoloog en blogger Alain Verheij, lid van het theologisch elftal van Trouw,
vertelt hoe hij vroeger dat kruis zag als de noodzakelijke weg van Christus
om zijn persoonlijke zonde te vergeven.
De klassieke verzoeningstheologie.
Ik heb er net al iets over gezegd…
Letterlijk zegt ‘ie, dat het kruis bij hem stond voor het
“moralistische geloof dat ik bij elk biertje dat ik teveel dronk
weer verantwoordelijk zou zijn voor een spijker in de pols van Jezus”.

Maar toen hij eens goed keek naar die beroemde schildering van Marc Chagal uit 1938,
met in het centrum een Jezus het kruis
te midden van brand en verderf – de Kristallnacht in Duitsland van 1938 –
toen besefte hij dat het kruis voor iets anders staat:
“Die zonde waar Jezus voor kwam is niet zozeer wat jij en ik fout doen,
maar is de algehele staat van de mensheid en de wereld.
Onze worsteling met de imperfectie.
Wat we elkaar aandoen en wat ons overkomt.”

Hij is niet de eerste theoloog, die dat ontdekt,
maar zo’n ontdekking moet je waarschijnlijk ook altijd zelf doen:
Het kruis is de afgrijselijke constatering van de harde werkelijkheid,
die mensen stukmaakt,
vernietigt,
ontkent,
-nou ja, ik wil er niet teveel een ellende-preek van maken –
maar u snapt het wel, denk ik:
minimaal heel dikwijls zou je toch denken, dat God gewoon niet kán bestaan…
Zeg nou zelf – veel van wat er gebeurt – het slaat toch nergens op…?
Dat is tóch met geen God te rijmen?
Dat is waar.
Daarom is ook de hartenkreet van de mens aan dat kruis:
“Mijn God, mijn God, waartoe hebt Gij mij verlaten?!!”

Ja, hoeveel mensen zullen Christus dat voorgezegd én nagezegd hebben…
“Mijn God, mijn God, waartoe hebt Gij mij verlaten?!!”

Matthias Smalbrugge, collega en hoogleraar Culturele geschiedenis en Christendom aan de Vrije Universiteit, zegt het zo:
“Het kruis staat voor mij niet symbool voor Gods oplossing van de zonde. (…)
Het kruis staat veeleer voor Gods afwezigheid in deze wereld.
‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?’
is niets voor niets Jezus’ diepste uitroep aan het kruis. (…)
Tegelijk is het kruis Gods erkenning
dat het leven vaak op mensonterende wijze geleefd wordt.
Het lost geen enkele ellende op,
maar maakt haar in alle verschrikkelijkheid zichtbaar.”

Goede Vrijdag, wat kunnen we nog…?
Er zijn eigenlijk geen woorden voor al die Goede Vrijdagen van onze wereld –
voor al die mensen – en velen zo naamloos –
die inderdaad in die Goede Vrijdag zijn blijven steken…
die inderdaad in de uitroep “Mijn God, waartoe hebt Gij mij verlaten” zijn gestikt…

Goede Vrijdag – wat kunnen we nog…?
Je zou er stil van worden – een Stille Zaterdag lang…
En dat is wat we kunnen,  na elke Goede Vrijdag
– naar de zevende dag gaan, de Sabbath,
de dag waarop we ons na de uitroep van verlatenheid tóch weer wenden tot God-of-zo…
God zoeken, zijn zwijgen proberen te verstaan – een Stille zaterdag lang –
want we blijven ongeneeslijk religieus…

En dan … ?

Ik begon met de vraag:
Als het getuigenis van dat lege graf met die weggerolde steen
had ontbroken aan dit verhaal,
had  dan het verhaal van die wijze rabbi uit Nazareth het gehaald tot in onze tijd?
Ik denk het niet.

Maar vandaag is ons verhaal van God-in-ons-midden gered.
Op Pasen.
Naast de gruwelen van Goede Vrijdag – die waar zijn en niet opgeheven worden –
en de stilte van Stille Zaterdag – die ook waar is en niet overschreeuwd moet worden –
klinkt het vandaag als laatste woord:
Christus Leeft!
De geniale omkering heeft plaatsgegrepen:
Niet de levende gedood is het laatste woord,
maar de dode tot leven gewekt.

De verschrikkingen van Goede Vrijdag
zijn een Stille Zaterdag lang
omgekeerd tot een enorm krachtig verlangen naar anders leven.
Niet ‘de levende doden’,
maar ‘de dode doen leven’.

De andere kant van Goede Vrijdag
is een diep verlangen los naar wat de Bijbel ‘een nieuwe schepping’ noemt.
Dat is vandaag – Pasen!
De verrassende ontknoping –  het maakt het tot zo’n ijzersterk verhaal
dat het al die eeuwen heeft overleefd, tot op vandaag.
Het verhaal wordt gedragen door zijn eigen kracht.
Het blijft maar opstaan!
Het wil maar niet hopeloos worden…
Wie is toch die mens, die maar niet afloopt…!

Wij, u, jij, ik –
waar wij als Lichaam-van-Christus,
dat ons – mensen van Goede Vrijdag – is ingebakken,
blijven opstaan en leven!

Amen.