Ds. René van der Rijst, 29 september 2019

Genesis 34

Inleiding.
Een waarschuwing vooraf is op z’n plaats. Dit is niet zomaar een vreemd verhaal, het is een naar verhaal. Een verhaal dat je misschien liever niet hoort, niet leest. Liever horen we misschien verhalen van troost en hoop.
En dat is dit niet. Het is een verhaal over verkrachting en moord, massamoord zelfs. Het loopt niet goed af. Biedt geen troost. Het is eigenlijk gewoon een afschuwelijk verhaal.
Nico ter Linden slaat het in Het verhaal gaat maar gewoon over, zag ik. En dat snap ik wel.
Maar dat is het bijzondere van Israëls bijbel – dat zwarte bladzijden niet overgeslagen worden. Dat de keerzijde er ook mag zijn. Dat geen mens in de Bijbel alleen maar goed is. Dat ze allemaal hun fouten hebben. Menselijk zijn. Herkenbaar.
De Bijbel vertelt ook, wat we misschien liever niet horen. Dat er geweld in ons schuilt. Dat wij slachtoffers maken. Dat ieder mens minstens twee gezichten heeft.
En de Bijbel zet de slachtoffers in het licht. Dat vooral. Geschiedenis wordt doorgaans door de overwinnaar geschreven. De Bijbel daarentegen brengt de verliezers in beeld. Laat zien: jij mag er ook zijn.
Ik was al bezig met dit verhaal, toen ik me af begon te vragen: had ik het toch niet beter over kunnen slaan? Omdat er vermoedelijk mensen zijn hier, die zich er maar al te zeer in herkennen. Die het mee hebben gemaakt. Seksueel geweld. Het kan confronterend zijn, dit verhaal. En tegelijk, denk ik, mag niet verzwegen worden dat dit gebeurt. Vroeger en nu nog steeds. Dat er slachtoffers vallen, mensen beschadigd raken. En dat dat niet hun schuld is.
Dit verhaal gaat over Dina. De meesten van u hebben denk ik nooit van haar gehoord. De dochter van Jakob en Lea. Jakob had niet alleen twaalf zonen. Hij had ook een dochter.
Haar lot is dat van al te veel vrouwen. Ze wordt verkracht.
Dit verhaal – ik lees het als een monument voor Dina. Opdat zij niet vergeten wordt.

Overweging.
Wat mij het meeste opvalt, is dat Dina zelf totaal niet aan het woord komt. Ze zegt geen woord, er wordt alleen maar over haar gesproken, nooit met haar, en tenslotte verdwijnt ze uit het verhaal. We weten niet, wat er met haar gebeurd is. Of ze ooit het geluk gevonden heeft, getrouwd is, kinderen heeft gekregen. Het verhaal zwijgt erover. Maar heel even duikt ze op, wordt ‘gebruikt’… en verdwijnt weer. Zoals dat zo vaak is gebeurd, en nog steeds.

Het begint met een meisje, een onschuldig meisje dat eens gaat kijken bij de meisjes van dat land. Je ziet haar bijna huppelen.
Ze is met haar ouders mee verhuisd naar een vreemd land. Leuk, denkt ze. Kom, ik ga vriendinnen maken. In plaats daarvan wordt ze verkracht. En vervolgens, blijkbaar, ook vastgehouden. De prins van dat land wil haar houden. Hij is verliefd geworden, hij wil alles wel voor haar doen. Maar geen woord over schuld of schaamte van zijn kant. Hij denkt er, blijkbaar, mee weg te kunnen komen. Hij is rijk, immers. Het lijkt er verdacht veel op of hij haar wil kopen. Zijn vader lijkt er zelfs een slaatje uit te willen slaan.
Allemaal over haar hoofd, over haar rug heen.
Niemand die vraagt: en jij, wat wil jij? Niemand die zich over haar ontfermt.
Jakob, haar vader, komt bepaald zwak over. Hij doet niets tot zijn zoons thuiskomen. Maar die kan hij dan vervolgens niet tegenhouden als ze plannen beramen voor een massamoord en de zaak volkomen uit de hand loopt.
Lea, haar moeder, is al helemaal afwezig. Blijkbaar wordt het als een mannenzaak gezien. Een zaak tussen mannen. Zo was dat in die tijd – vrouwen waren het ‘bezit’ van de man, door de verkrachting daalde de waarde van Dina. Maar de manier waarop de mannen, de broers van Dina, daarmee omgaan, is dan weer buiten alle proportie. Ze doden iedereen die ze tegenkomen, roven alles wat los en vast zit.
Het zou me niets verbazen als ook zij nu her en der vrouwen hebben verkracht. Zoals dat gaat in oorlogen, tot op heden. En niet alleen in oorlogen…. In Nederland zijn er ieder jaar 100.000 slachtoffers van seksueel geweld, vrouwen én mannen. En dat is alleen maar een schatting, want verreweg de meeste slachtoffers melden zich niet, omdat zij zich schamen.
Daarom moet het verhaal van Dina verteld worden. Om niet te vergeten. Om mensen als zij niet over het hoofd te zien. Niet van hen weg te kijken.
Ja, het gebeurt. Nog dagelijks. Het beschadigt mensen, voor de rest van hun leven.

Het verhaal laat zien, dat het ook gemeenschappen beschadigt.
Jakob en Sichem zijn buren geworden. Jakob heeft daar een plaats gevonden, waar hij zich denkt te kunnen vestigen. Maar door de verkrachting van Dina worden goede buren vijanden. Het gaat van kwaad tot erger en tenslotte moet Jakob verhuizen. Na dit hoofdstuk trekt hij verder.
In burgeroorlogen, overal in de wereld, is verkrachting dagelijkse praktijk, onderdeel bijna van de ‘normale’ oorlogsvoering. Bedoeld om de vijand te vernederen. Maar precies daarom duurt het eindeloos voor landen zich herstellen van een burgeroorlog. Denk aan Joegoslavië, Afghanistan, Rwanda…

En liefde… liefde lijkt in dit geval geen brug te kunnen vormen. Na de verkrachting wordt Sichem verliefd op Dina. Hij wil met haar trouwen, heeft alles voor haar over – zelfs besnijdenis. Onverdoofd.
Zelfs als we aannemen dat zijn liefde oprecht is, komt het te laat.
Ik wil dat eigenlijk niet geloven. Ik zou willen geloven, dat liefde alles overwint. Over alle grenzen heen. Maar soms is dat niet zo. Soms kan ook liefde niets. Soms komt liefde te laat, of is het gewoon te weinig. Er zijn dingen, die ook de liefde niet goed kan maken.
Omdat Dina daar geen stem in heeft. Dat natuurlijk in de eerste plaats.
Omdat zij niet gehoord wordt. Omdat ze, stel ik me voor, niet kan vergeten wat er gebeurd is. Hoe kun je trouwen met een man, in bed liggen met een man, die je verkracht heeft?
Maar ook omdat het een kettingreactie op gang brengt en omdat sommige dingen nu eenmaal niet goed te maken zijn.
Maar al te vaak komen mannen weg met verkrachting, worden ze niet gestraft.
Maar ook als er wel straf is… Zelfs de bizarre, extreem gewelddadige vergeldingsactie die hier volgt, maakt het niet goed. Maakt niets goed. Integendeel.

Wat dan wel weer bijzonder is: het verhaal wordt verteld. Israël heeft het niet weggepoetst uit haar geschiedenis. Het heeft de moed gehad te zeggen, te laten zien: dit zijn wij ook. We waren niet alleen slachtoffers in de loop der geschiedenis. Soms waren we ook daders. Onze geschiedenis kent ook zwarte bladzijden.

Tenslotte: en God dan? Speelt hij nog een rol in dit Bijbelverhaal?
Nee. Pas weer in het volgende hoofdstuk, dat begint met de woorden: ‘God zei tegen Jakob, Ga naar Betel…’ Alsof zelfs God hier niets meer kon doen. Alsof ook God, die God van liefde, hier machteloos was, en niets anders kon dan Jakob verder sturen.
Misschien is dat ook precies het probleem: dat God geen rol speelt in dit verhaal. Dat niemand zich realiseert mens naar het beeld van God te zijn. Dat niemand eraan denkt, dat Dina mens naar het beeld van God is. Dat ze zich zo mee laten slepen door hun passies, door lust, woede, wraakgevoelens, dat ze de tijd niet nemen stil te staan. Afstand te nemen. Na te denken.
Daarom moeten we dit verhaal niet overslaan. Om stil te staan. Stil te worden. Ons te realiseren: wij zijn die mensen. Hier, onder ons, zijn mensen als Dina. Allemaal kennen we mensen zoals zij – al weten we dat misschien niet van hen. Al blijft dat verborgen.
En ja, misschien zijn er ook daders onder ons. Of kennen we die van dichtbij, zonder het te weten.

En nu? Eerlijk gezegd, ik kon geen mooi slot aan deze preek breien, waarin alles weer goed komt. Want het komt niet goed met Dina. Al te vaak komt het niet goed, nooit meer helemaal, met de slachtoffers van seksueel geweld. Dus ik wilde het einde maar open laten – het aan u overlaten hoe het verder gaat.