Ds. Wessel Westerveld, 28 oktober 2018

1 Sam.3:1-10

Het was een prachtige nazomerdag – ruim een jaar geleden.
En een zaterdag ook nog – dus veel mensen gingen naar buiten om te genieten van het mooie weer en een herfstwandeling te maken door de duinen, het bos of langs het strand…

Veel mensen – maar niet alle…
Er waren óók … andere mensen.

Nu zijn er altijd ook ‘andere’ mensen – misschien zijn er zelfs alléén maar ‘andere mensen’,
want wat valt er te horen en te roepen met alleen maar dezelfde mensen,
maar je hebt óók nog héél andere mensen…
Nog weer anders dan anders – u kent ze wel…
Precies: kosters!

Kosters…

Awel, op die prachtige nazomerdag – ruim een jaar geleden,
en een zaterdag ook nog – dus veel mensen gingen naar buiten om te genieten van het mooie weer en een herfstwandeling te maken door de duinen, het bos of langs het strand…
want zo’n dag was het,
14 oktober 2017,
waren er dus óók andere mensen,
zelfs nog anders dan anders,
kosters dus,
die niet naar buiten togen, maar zich daarentegen verzamelden
in zo’n huis waarvan we net gezongen hebben:
“Het huis waar Gij uw naam en eer
hebt laten wonen bij de mensen”

Kosters, die anders-dan-anders-mensen, okee – maar wát voor huis?
“Het huis waar Gij uw naam en eer
hebt laten wonen bij de mensen” …?
Oh – een kerk…
Ja, inderdaad, een kerk, dat bedoel ik.
Zo’n huis waar Niemand woont en iedereen welkom is.
Zo’n anders-dan-anders-huis voor doodgewone anders-anders-dan-andere-mensen,
zoals kosters.
Een Godshuis, of wat sommigen ook zeggen: een soort Verhalenhuis-plus,
– zo’n huis waar op zondag hopelijk het dak er vanaf gaat zodat de hemel naar binnen kan
en door de week de deuren op alarm…

Het dak eraf en de deuren op alarm…

Zegt de koster tegen de dominee – echt gebeurd, hé -:
“Zet jij ‘m wel op alarm, als je weggaat…” – Ja, doe ik
“Had ik al gezegd dat je ‘m op alarm moet zetten als je weggaat?” – Zeker, komt voor elkaar!
“Jij zet ‘m op alarm, hè, straks?!” – Reken maar!

Zet ‘m wel op alarm – zoals het een koster betaamt.
Als bewaker en beschermer – custos in het Latijn, koster in het Nederlands – van de kerk.
Als er niemand is, wel op alarm!
Op alarm?
Tegen inbraak en andere ongein?
Ach, welnee
– hoe kun je nu inbreken in het Huis waar niemand woont en iedereen welkom is?
Hij moet op alarm, want stel je voor dat God of de Messias door de week
een keer langskomt en zelfs de koster is er niet om ‘m te ontvangen –
dan is er goddank altijd nog een alarm om te waarschuwen…er is bezoek!
Hoog Bezoek misschien…
Snel naar ’t Godshuis!

Ha, kijk, en nu snap ik ook ineens dat verhaal van vanmorgen:
die Samuël is natuurlijk dat alarm!
Samuël is van vóór de hightech, dus moet ‘ie het zelf maar doen,
het Godshuis op alarm zetten – opletten of er geen bezoek kwam – Hoog Bezoek…
Zijn baas Eli – het oude alarm – was in de loop der jaren beduidend minder waakzaam geworden,
ook natuurlijk omdat het Woord van de ENE schaars was geworden in die dagen
en geen visioen  is doorgebroken…
Eli hoort en ziet dus al jaren niets van wat op Hoog Bezoek lijkt
– ja, kijk, dan vergeet je weleens het alarm op scherp te zetten…
Bovendien ziet en hoort hij – oud geworden – het allemaal sowieso niet zo best meer
en slaapt hij de laatste jaren zo’n beetje door alles heen… en praat hij nou ook nog in zijn slaap…?
Maar Samuël is scherp…vooral als de Nieuwe Dag komt, bij het ochtendgloren:
Er dient zich Iemand aan met het roepen van mijn naam…
Wie is dat, wat hoor ik, voor wie kan ik iets betekenen?
Het is vast Eli geweest – misschien heeft hij mij nodig!
Eli, hier ben ik!

En Eli zegt zoiets als:
Hé jongen, ga lekker slapen…

Maar – nogmaals – Samuël is scherp…vooral als de Nieuwe Dag komt, bij het ochtendgloren:
Er dient zich Iemand aan met het roepen van mijn naam…
Wie is dat, wat hoor ik, voor wie kan ik iets betekenen?
Het is vast Eli geweest – misschien heeft hij mij nodig!
Eli, hier ben ik!

En Eli zegt zoiets als:
Jongen, ik ben het roepen voorbij, ga slapen…
Maar – ik blijf het toch zeggen, hoor – Samuël is scherp…
vooral als de Nieuwe Dag komt, bij het ochtendgloren:
Er dient zich Iemand aan met het roepen van mijn naam…
Wie is dat, wat hoor ik, voor wie kan ik iets betekenen?
Het is vast Eli geweest – misschien heeft hij mij nodig!
Eli, hier ben ik!

En – drie keer is scheepsrecht –
Eli zegt dan zoiets als:
Jongen – nu begrijp ik het;
Of ik heb geroepen of niet – ik heb het in elk geval niet gehoord,
want zoals Huub Oosterhuis dicht
“Hoor, maar ik kan niet horen, mijn oren dichtgestopt, mijn adem opgekropt, mijn hart van leegte zwaar”
zo is het mij te moede,
-ja sorry van mijn dichterlijke taal-

Maar jij, Samuël. jij hoort wel!
Zo tegen de ochtend, when, zoals Cat Stevens zingt, morning has broken…
Laat het stromen in je, het Woord van de ENE!
Bid tot de Eeuwige: Spreek, ENE, want uw dienaar hoort!

En zo geschiedt…
Het alarm dat Samuël heet gaat nu af
– en trouwens, ff tussendoor en niet onbelangrijk! –
niet omdat de ENE spreekt, want dat deed ‘Ie, dat Hoge Bezoek, al drie keer eerder…
Nee, omdat Samuël hoort!
Spreek, ENE, want uw dienaar hoort!

Mooi hè, God is kansloos zonder onze oren…
Hoor, Israël, zo begint de Joodse geloofsbelijdenis…
En Jezus roept een aantal malen: wie ore heeft, die hore!

En wij?
Staan wij ook op alarm?
Op God-Alarm?
Hoe kunnen we dat doen?
Hoe werkt zo’n alarm eigenlijk?
Hoe stel je het in?

Het begint met horen.
En horen is van buiten-naar-binnen.
Het komt van ‘een andere kant’- je verzint het niet, het dient zich aan, of niet natuurlijk…
Maar om te horen, moet er wel ruimte zijn – horen vraagt een klankbord.

Bij Eli was het volgebouwd van binnen – er kon geen Woord meer bij…
Hij wist veel, maar hoorde niets.

Bij Samuël was er volop ruimte, zoveel zelfs, dat zijn interne akoestiek het gehoorde vervormde
– hij dacht dat het Eli was, die riep…
Hij hoorde veel, maar wist niets

Dus toog hij naar Eli.
En dat was nog maar goed ook,
want zo kreeg Eli de kans om te zoeken
tussen al zijn opgeslagen Woorden en Spullen van God-en-geloof,
en vond hij het: het is een Godswoord, Samuël, dat tot je spreekt!

Je hebt dus een ander nodig om de Ander te ontmoeten…

Samuël had zonder de opgeslagen voorraad woorden-en-spullen van God-en-geloof van Eli
toch nooit een mooi klankbord voor de stem van de ENE kunnen bouwen,
zodat hij ‘M kon verstaan…

En dan kun je biddend horen:
Spreek, ENE, want uw dienaar hoort!

En wat hoor jij?
Als je heeeeeeel goed luistert?
Of is het bij ons intern ook volgebouwd en kan er geen Woord meer bij?

En wordt het tijd een beetje ‘op te ruimen’ en ruimte te maken – openheid te creëren?

Spreek, ENE, want uw dienaar hoort!

(…)

Afijn, waar waren we gebleven?
O ja: op die prachtige nazomerdag – ruim een jaar geleden,
en een zaterdag ook nog – dus veel mensen gingen naar buiten om te genieten van het mooie weer
en een herfstwandeling te maken door de duinen, het bos of langs het strand,
want zo’n dag was het, 14 oktober 2017,
waren er 25 kosters die de roepstem van de voorzitter van de kostersbond
van Afdeling Noordwest Midden Nederland hebben gehoord.
Zij kwamen bijeen in de Kruiskerk te Amstelveen –
25 kosters!

Stelt u zich dat eens voor!
25 kosters in een kerk…
Wie schenkt dan de koffie?
Wie zet de tafeltjes klaar?
Wie ruimt af en doet de afwas?
Wie is wiens gastheer?
Wie bedient wie en op wie moet je dan mopperen?
Hoe ze dat doen, al die kosters bij elkaar…
vraag het ze maar eens, we hebben er vandaag zat in ons midden!

Afijn, toen dus ook waren zij bijeen, 25 kosters,
25 bewakers-van-het-Godshuis,
– die dag moet de kerk wel op een heel scherp alarm hebben gestaan! –
die prachtige nazomerdag – ruim een jaar geleden,
een zaterdag ook nog – toen veel mensen dus naar buiten gingen om te genieten van het mooie weer
en blablabla…
toen opende de voorzitter van de kostersbond van Afdeling Noordwest Midden Nederland,
XXX is zijn naam – kent u ‘m? –
met de woorden uit 1 Samuël 3 en hij, XXX sprak aldus
(blad van de kostersbond omhoog houden)
“Kijk eens goed naar Samuël. Deze man leerde in de tabernakel via de oude priester Eli Gods stem herkennen. En hij leerde naar God luisteren. Zijn werk was o.a. dagelijks de wacht houden en de deuren openen, want hij was de eerste koster.”

Samuël, de koster der kosters…zo had ik het nooit bekeken…

Dus toen XXX  afgelopen juli, ook al weer zo’n prachtige dag,
net als die nazomerdag ruim een jaar geleden,
een zaterdag ook nog, waarop veel mensen… sorry…
afgelopen juli dus, volop zomer,
toen XXX zei:
kijk, Wessel, dit is de dienst, zo wil ik het hebben en de tekst is uit 1 Samuël 3,
want ik herken mij in mijn werk als koster in de roeping van Samuël,
toen dacht ik: Okee…. XXX de koster en Samuël de profeet…wat kan ik daar nu van maken…
geen idee wat dat moet worden…maar wel mooi, zo’n roeping en toewijding van Samuël, die hoort, en zo ’n roeping en toewijding van XXX , die ook hoort,
beiden geroepen bij hun naam door de ENE voor het Godshuis…zoiets…

Zoals de ENE ieder mens roept voor wie goed hoort,
en een beetje opgeruimd in het leven durft te staan…
denk ik hoop ik geloof ik…

U ook?

Afijn, waar waren we?
O ja, op die prachtige nazomerdag – ruim een jaar geleden,
en een zaterdag ook nog …
Geintje.
Genoeg nu.
Meer dan genoeg zelfs.

Amen.