Lt.-kolonel dr. Ine Voorham, 30 oktober 2016

Deuteronomium 10: 12 -21
Mattheus 25: 14 – 30

Waardering is iets op waarde weten te schatten. Of bestaat de waarde uit ‘wat een gek er voor geeft’.
In programma’s zoals Kunst en Kitsch zie je mensen vol verwachting met hun schatten op pad gaan. Na afloop tref je soms diep teleurgestelde deelnemers aan. De waarde van hun schat bleek toch beduidende minder dan dat ze hadden verwacht. Evenzeer zie je geschokte òf verbaasde mensen omdat hetgeen ze achteloos in huis hadden staan zoveel ‘waard’ schijnt te zijn. Hier geldt zeker dat de ‘markt’ de waarde, de prijs bepaalt. Dan kun je je afvragen hoe dat zit met waardering voor elkaar. Wordt waardering ook bepaald door vraag en aanbod, of heeft ‘waardering’ een harde kern van blijvende waarde.
In het 25ste hoofdstuk van het evangelie naar Mattheus ‘predikt’ Jezus in de vorm van verhalen. Het zijn gelijkenissen, waarin Hij vergelijkingen maakt met bekende situaties in die tijd. De eerste gelijkenis gaat over de meisjes, die wel of geen olie meer in hun lampen hebben en de komst van de Bruidegom. De tweede gelijkenis handelt over de heer die zijn dienaren een kapitaal toevertrouwt en de verantwoording over hoe zij met dit bezit zijn om gegaan bij de terugkomst van de heer. Het hoofdstuk sluit af met het beeld van het oordeel. De Mensenzoon die scheiding aanbrengt tussen de schapen en de bokken. Het oordeel, de scheiding gebaseerd op waar de mens oog voor heeft gehad gedurende het leven. Wat we in de naam van Jezus voor de ander hebben kunnen en willen betekenen.
Vanmorgen staan we stil bij de gelijkenis van de talenten. Een vergelijking die bol staat van waardering én onderwaardering. De man met het geld heeft veel vertrouwen in zijn dienaren. Zij hebben waarschijnlijk in het verleden laten zien betrouwbare mensen te zijn. De man met het bezit heeft veel om uit te delen, in bewaring te geven. Daar verbindt hij de opdracht aan er zorg voor te dragen, er mee aan de slag te gaan. Het kapitaal dat ze krijgen wordt uitgedrukt in talent. De grootste geldeenheid in het Nieuwe Testament. Ter grootte van ongeveer 24 kilo zilver, met een waarde van + 6000 denarie of drachme. Wat het ook precies is, het is veel!
De heer is een vermogend man en drie mensen zijn de gelukkigen(!). De een krijgt heel veel, vijf talent, de ander krijgt veel, 2 talent en de derde krijgt meer dan genoeg. Geen van de drie gaat met lege handen naar huis.
In het Leger des Heils kennen we een lied met de woorden: Liefde, door geen mens te meten, vreugd van God, daal in ons neer; bij U zijn wij niet vergeten, kroon ons met genade, Heer. Jezus, eindeloos getrouwe, zie ons in ontferming aan; wil uw heil voor ons ontvouwen, doe ons in de vrijheid staan.
Bij God zijn we niet vergeten. God geeft in overvloed wat we nodig hebben en zelfs nog veel meer. Het mooiste wat God aan ons geeft is Zijn oneindige liefde. Zichtbaar en tastbaar gemaakt in Zijn
Zoon Jezus. En wel in het feit dat de Zoon van God op onze aarde is gekomen. Maar nog meer dat Jezus voor de zonde van de wereld en van ieder mens afzonderlijk gestorven is. Met slechts een doel dat de verbroken relatie tussen God en mens hersteld kan worden. Door Gods nimmer aflatende genade zijn we niet vergeten. Daardoor gaat en staat de deur naar de Vader open en krijgt de mens de mogelijkheid, het vermogen God lief te hebben. Een ingezetene van Zijn Rijk te zijn en gelijktijdig erfgenaam te worden. Dat is een rijkdom. Een rijkdom die ook verplicht.
In Deuteronomium staat beschreven hoe Mozes de Israëlieten voorhield God lief te hebben bovenal met alles wat op en aan je is. Met hart, ziel en lichaam én oog te hebben voor je naaste als een schepsel Gods met mogelijkheden en beperkingen. Ieder mens te zien als een wezen met zijn eigen kapitaal aan talenten.
Terug naar de gelijkenis. Het verhaal zegt weinig over de volgorde waarin de heer zijn kapitaal uitdeelde. Misschien eerst de vijf, dan de twee en tenslotte ‘slechts’ één talent? Misschien ging het wel precies andersom. Bij de verantwoording is het niet de heer die de volgorde bepaalt. Het is degene met vijf talent, die als eerste naar voren stapt. Vond misschien van zichzelf dat hij het wel erg goed had gedaan. Ook degene met twee talent kwam uit eigener beweging naar zijn heer toe. Ook hij kon bogen op succes. Uiteindelijk komt de overgeblevene als laatste met één talent, schoorvoetend òf gelovend dat hij wijs en zorgzaam was omgegaan met hetgeen aan hem was toevertrouwd bij de heer aan. Het was trouwens in die tijd heel gewoon je kapitaal in de grond te stoppen.
Misschien kent u het programma ‘Got Talent’. Vertaald betekent het ‘heeft talent’. Jonge mensen tonen hun zangtalent of andere talenten in een keiharde wedstrijd. Ze hebben maar een doel: de beste te zijn. Je kunt je afvragen of dat ook van toepassing is op de drie mensen uit de gelijkenis. Het was geen wedstrijd, maar wel een uitdaging door de heer aan zijn dienaren gegeven. Een uitdaging om te laten zien ‘wat je waard bent’. Zouden het allemaal mannen zijn geweest? In de Nieuwe Bijbelvertaling wordt twee keer gesproken over een ‘man’. Degenen die vijf en twee talent krijgen toebedeeld. Een keer staat er ‘diegene’ die een talent heeft. Is dat misschien een vrouw? In de Bijbelvertaling ’51 worden ze alle drie slaven genoemd en in de Bijbel in Gewone Taal ‘dienaren’. Kortom: mensen door hun heer gezegend met mogelijkheden. Ze bezitten wat en kunnen wat. Ze hebben talent.
Bij veel talentenjachten en shows gaat het om mooi zingen, acteren, jongleren, noem maar op. Als je zo naar een talent kijkt is het het vermogen ‘iets’ bijzonders te kunnen.
God geeft ieder mens iets bijzonder gegeven: het leven met daarin tenminste één talent, het vermogen antwoord te kunnen geven op Gods liefde. Het vermogen Gods genade aan te nemen en te kunnen ervaren Gods kind te mogen zijn. Helaas negeren veel mensen dat talent of stoppen het weg. Bang voor wat het zal inhouden om God lief te hebben. Daarmee laten ze de grootste rijkdom onaangeroerd. Wanneer voor hen het moment van verantwoording komt zal de gever, God teleurgesteld zijn dat wij Zijn genade niet hebben aangenomen. Dat we het hebben veronachtzaamd.
In het verhaal van Jezus over de talenten zijn er twee mensen die naast het talent om God lief te hebben, nog meer talent hadden. Namelijk nog vier en één meer. Omdat zij het belangrijkste talent, Gods liefde, aanvaarden en daaruit leven, gebruikten. Daardoor waren zij ook in staat om door inzet van de andere talenten succesvol te zijn. Vruchtbaar te zijn en mooie resultaten te bereiken. Niet voor zichzelf, maar om wanneer de heer terugkomt, hem die aan te kunnen bieden.
Een getalenteerd kunstenaar wordt ook wel een begenadigd mens genoemd. Wij allemaal, ieder mens kan en mag zich een begenadigd mens noemen omdat wij bij God niet zijn vergeten. Hij biedt ons Zijn genade aan om uit te leven. God geeft ons nog veel meer om mee te leven en mee te bouwen aan Gods Koninkrijk. De vraag is of wij dat op waarde weten te schatten. Waarderen wij Gods liefde en bemoeienis met ons leven. Geven we Hem daarvoor de waardering waar Hij recht op heeft. In de vorm van dankbaarheid en gehoorzaamheid door al hetgeen God aan ons heeft toevertrouwd in dienst te stellen van Zijn Koninkrijk. Door oog en aandacht te hebben voor de naaste. Voor zijn mogelijkheden en zijn beperkingen. Door vanuit de capaciteiten, het kapitaal dat God in ons leven heeft gelegd, een levende getuige te zijn van Zijn grootheid en goedheid.
We zijn snel geneigd als het over talenten gaat te denken aan zang en muziek. Zang en muziek nemen een belangrijke plaats in in de eredienst. Ook bij het Leger des Heils. In de geschiedenis van het Leger zien we dat het een prachtig evangelisatiemiddel is. Er zijn ook andere, zeker net zulke belangrijke talenten zoals trouw, zorgzaamheid, geduld, geloof in de ander die ingezet voor Gods zaak, vruchten voortbrengen. Opbrengst leveren en groei met zich meebrengen.
In 1 Cor. 12 staat een opsomming van capaciteiten, toebedeeld aan apostelen, profeten, leraren en mensen die wonderen kunnen doen, zieken kunnen genezen, mensen kunnen helpen en steunen
in het geloof. Niet iedereen kan alles. In vers 31 staat waar we de meeste waardering voor moeten hebben.
1 Cor. 12: 31
En voor welke bijzondere krachten moeten jullie nu de meeste waardering hebben? Voor de krachten waarmee andere mensen geholpen worden. En voor de krachten waarmee het geloof van anderen sterker gemaakt wordt.
Met hart en hand bijdragen leveren dat andere mensen in hun geloof gesterkt worden, groeien in geloof en heiligheid én oog hebben voor de noden van de ander en daarin voorzien.
Waardering, op waarde weten te schatten is het thema deze morgen. Het is goed om de balans op te maken. Te zien naar wat God aan ons heeft toevertrouwd. Zijn genade en meer. Om onder de loep te nemen of en hoe wij dat op waarde weten te schatten. De talenten van onszelf, maar ook van onze medemensen en medechristenen. Om bovenal te bezien wat wij ‘straks’ als we ons mogen verantwoorden als resultaat in handen hebben om aan de Heer terug te geven.