Ds. Wessel Westerveld, 5 maart 2017

Mattheüs 4: 1-11

Pleased to meet you! zingen The Rolling Stones de Duivel toe. In het verhaal van de 1e zondag van de veertigdagentijd zien we ‘m ook, de Satan, de tegenstander, de Diabolos, die doorelkaargooier. En hij heeft wel een paar puntjes… Jezus heeft zijn handen er vol aan, misschien net als wij? Uit alle macht probeert de Satan het vertrouwen in God, het Goede, te ondermijnen. Met best aardige argumenten ook trouwens…

Gemeente van Jezus Christus,  gemeente vóór Jezus Christus,
De Bijbel is een levend woord  – sprak de dominee wijs en een tikje  apodictisch… maar wat bedoelt ‘ie eigenlijk?
Waar ik opnieuw zo door geraakt ben in dit overbekende verhaal,  dat ieder jaar in deze versie of in die van een van de andere evangelisten,  steevast op de eerste zondag van de veertigdagentijd aan de orde is, waar ik opnieuw zo door geraakt ben in dit overbekende verhaal, is dat het zo profound, zo elementair gaat over mij, jou, ons – ja, natuurlijk, het gaat over Jezus en de Duivel en de woestijn en engelen, maar dat zijn wij in een soort spiegelbeeld, het gaat hier zo mooi over de mens, mij, jou, ons, en hoe de mens – jij, ik, wij – zich in Godsnaam verhoudt tot de ander, de wereld,
Satan en God, het goede en het kwade.
Dáár is de mens – jij, ik, wij – een leven lang druk mee, veertig dagen veertig nachten. In ons persoonlijke leven, met onze ouders, onze kinderen, onze partners, onze vrienden, in ons werkzame leven, met onze collega’s, in ons maatschappelijke leven – zeer actueel, de verkiezingen staan voor de deur, wat moet ik kiezen, voor wie moet ik kiezen, wiens belangen gaan voor, kortom: het barst van Duivels, Engelen, Woestijnen én uittocht –en een leven lang zijn wij bezig met ons te verhouden tot onszelf, elkaar, de wereld, God, de Duivel.
Levenslangzoekers zijn wij – levenslangzoekers naar onze plek te midden van alle anderen, de wereld, de woestijnen,
de Duivel en God.
De weg van Jezus is de weg van de mens in spiegelbeeld. Zo wil ik naar dit verhaal kijken.
1. Dán wordt Jezus omhooggevoerd naar de woestijn door de Geest, om beproefd te worden door de uiteenwerper.
2. Na veertig dagen en veertig nachten vasten raakt hij ten slotte uitgehongerd.
3. De beproever komt op hem toe…
Dán…  Wanneer? Wat was er dan gebeurd? Jezus is gedoopt. Als een duif daalt de Geest op hem neer. En een stem uit de hemelen zegt: ‘jij bent mijn zoon, mijn geliefde, in jou is mijn welbehagen!’
Dopen: ik weet, dat niet ieder mens is gedoopt, maar dat maakt niet zoveel uit, want ik geloof ook, dat ieder mens begint als ware hij gedoopt. Want wat zegt de doop? Kijk eens, mensen! Wereld, zie hier! Een nieuwe mens! Hier ben jij, nieuwe mens, om je te verbinden en je te verbonden te weten met de anderen, met het leven, met de wereld.
Hier ben je dan, nieuwe mens – jij, ik, Jezus: je wordt ondergedompeld in de wereld van vlees-en-bloed, een wereld met een bewogen geschiedenis en een ongewisse toekomst, maar zie, je staat op uit het water– wat een kracht, wat een vertrouwen – daar ben je dan ineens! Als Adem van God – de Geest die op je komt en hoor nou: ‘jij bent mijn kind, mijn meest geliefde, in jou is mijn welbehagen!’
Begint niet ieder mensenkind zo? Als de Messias die als nieuw opstaat uit het water? We weten wat de Joden zeggen:
ieder kind kan de Messias zijn. Ons uitnodigend: heb mij lief, voedt mij, koester mij – wees mij nabij zoals ik jou…
Wat een hoopvolle start – paradijselijk! We zijn op de wereld om van te houden en te houden van, we krijgen een zuchtje van God mee – zó begint het! We worden niet zomaar uit het niets de woestijn in geplempt… We beginnen met een zuchtje God.
En dán? Ja, nu kan het – Dán wordt Jezus omhooggevoerd naar de woestijn door de Geest, om beproefd te worden door de uiteenwerper. Hoe in één zin de weg naar het dal (de woestijn) ook een weg omhoog kan zijn – de bijbel is poëzie. Jezus wordt omhooggevoerd naar de woestijn door de Geest… diezelfde Geest die net nog op ‘m neerdaalde als een zuchtje God – kan ‘ie niet zorgen dat het een beetje leuk blijft en aangenaam, leven?
Helaas Pindakaas. Vroeg of laat komt de tijd van het afleggen van je argeloosheid – je moet het Grote-Mensen-Leven in. De Geest die in waarheid leidt, gaat dus ook langs de Duivel. Daar krijgen we nu eenmaal mee te maken – het krachtenspel van zuchtjes God en vleugjes Duivel in onze ziel…
Dus uit het Paradijs ‘geschopt’ – de woestijn in! Naar buiten! maar dan niet zoals in “kom mee naar buiten allemaal, dan zoeken wij de wielewaal” Nee, naar buiten als in “Pleased to meet you, hope you guessed my name, oh yeah But what’s confusing you is just the nature of my game” zoals the Rolling Stones zingen of krijsen in hun nummer Sympathy for he Devil…
De duivel stelt zich voor: Aangenaam. Ik hoop dat je mijn naam al hebt geraden… Wat jou verwart, dat is wat ik doe en wie ik ben… Welkom in the real world. Dit is de plek waar ieder mens moet leren hoe zich te verhouden tot elkaar, de wereld, goed en kwaad, God en Satan.
Maak kennis met de woestijn, de slang, de uiteenwerper, de beproever, de satan. En doe niet alsof ‘ie niet bestaat.
Eén van Nederlands beroemdste theologen Prof. dr. G. van der Leeuw zei:  “Hij voor wie de woorden hel en duivel geen betekenis hebben, heeft noch de diepte van het leven noch die van Gods liefde gepeild.”
Je zou bijna de satanische gedachte krijgen: Goddank bestaat ‘ie dus, de Duivel…
Met drie verleidingen probeert hij in ons verhaal Jezus van zijn Godsvertrouwen af te helpen. Dat is zijn rol. Ons van ons Godsvertrouwen afhelpen. En eigenlijk doet ‘ie het niet eens heel onredelijk, die Satan. In onze traditie wordt hij dan wel bezoedeld en verguist en zelfs ontkend, maar eigenlijk is hij niets meer of minder dan ‘de andere kant’…
Dat betekent zijn naam ook: de andere kant. De slang begon er al mee, met ‘de andere kant’ listig belichten: ja, dat zegt God nu wel, maar…. De andere kant zaait onrust en wakkert twijfel aan – en wat je eenmaal hebt getwijfeld, laat zich moeilijk weer terug twijfelen… Satan, de ‘andere kant van God-of-zo’, de grote WirWarWoeler, de doorelkaarschopper, de ontregelaar, de uiteenwerper, de beproever. Die wel vaak een punt heeft.
Dus verwar ‘m liever niet met een boze moreel verwerpelijke figuur. Dat doet hem geen recht. Satan stelt de kwade en harde realiteit aan de kaak – aan de Godskaak. Want dat kwaad zelf, dat bestaat, het is er simpelweg, Satan of niet, God of niet. Het valt ons soms toe – bijvoorbeeld als een ziekte, een sterfgeval, een ongeluk, wij doen het – als wij bijvoorbeeld minachten, gewelddadig zijn, onze macht misbruiken, en anderen doen het ons – uitschelden, pesten, negeren, nou ja – zat voorbeelden van het kwaad dat bestaat. Dat kwaad zelf – ja, vaak kan het wel, maar soms kan het ook niet gekeerd worden. Het bestaat, het gebeurt, het is godsgruwelijk – logisch dat het ons stom slaat, onverschillig maakt, cynisch of oneindig kwaad op onze beurt, maar… kan het ook ons Godsvertrouwen doen verdampen?
Dat is de vraag van het evangelie: staan we het kwaad toe ons Godsvertrouwen weg te vreten? Daar doet de satan zijn best voor – zodat ons angst, wantrouwen en cynisme resten. Ons resten geloof hoop en liefde…ja doei…ons resten angst, wantrouwen en cynisme… Ja, dan gaat de wereld pas echt naar de verdoemenis.
Dat is dus wat de Satan doet. Dat zuchtje God in ons, waarmee ieder mens begint, blaast hij weg, als wij het kwaad en de aanvechting ontmoeten.
Drie puntjes, mensen, spreekt Satan:
1e punt: Honger? Ga dan voor jezelf en je eigen leven! Maak brood van stenen, Maak geld van schulden, Bevredig je behoefte en doe het nu! Ga voor hebben. Wij zouden het kunnen zeggen… Maar Jezus antwoordt: Nee – er is méér dan dat. We zijn als kinderen van God verbonden en aan elkaars zorg toevertrouwd. Zo spreekt Gods Woord. Dat zouden wij ook kunnen zeggen…
2e punt: God helpt? Ha! Doe normaal! Spring dan van de tempel – kijk dan nog maar eens of God helpt… Neem de bootjes naar de overkant – ze verzuipen allemaal! Neem alle gebeden dat God beter maakt: ze zijn van de doden.
Neem de onzalige gedachte dat het goed komt – het komt niet goed… Wij zouden het kunnen zeggen… Maar Jezus antwoordt: Ja – dat is waar. En toch laat ik jou dat niet God voor de voeten gooien, al die ellende. Dat zouden wij ook kunnen zeggen…
3e punt: Zorg dat je macht krijgt, wie macht heeft, heeft alles, kan alles, is alles, is zichzelf genoeg. Neem Donald Trump… Wij zouden het kunnen zeggen… Maar Jezus antwoordt: Nee – voor mij de ENE, die de mensen verbindt in geloof, hoop, liefde… Dat zouden wij ook kunnen zeggen…
Daar, in die woestijn, die ook onze woestijn is, heeft Satan zijn werk gedaan, doet Satan zijn werk.
En Jezus ook. Met woorden uit de Thora beoefent hij ‘geloven’, het Godsvertrouwen. Na drie citaten uit Deuteronomium gebeurt er het volgende, zoals er zo prachtig poëtisch gezegd: Dán laat de uiteenwerper hem los,
en zie, engelen komen tot hem en hebben hem bediend. De uiteenwerper laat los en het Godsvertrouwen – de engelen – komen.  ‘jij bent mijn kind, mijn meest geliefde, in jou is mijn welbehagen!’
Horen we dat, in onze woestenijen, met al die tegenspelers, die ‘Satans’?  ‘jij bent mijn kind, mijn meest geliefde, in jou is mijn welbehagen!’
Wie dat hoort, is gezien en liefgehad. En wie is gezien en liefgehad, ziet en heeft lief. ‘jij bent mijn kind, mijn meest geliefde, in jou is mijn welbehagen!’
Dit Woord is jou gegeven – het godsvertrouwen. Het wordt aangevochten door al het kwaad en onrecht, en het wordt bevestigd door alle liefde en aandacht, maar het blijft een survival. Een weg door de woestijn, langs de aanvechting,
in contact met Satan, op pad naar de Engelen…
That’s live, that’s trust.
Een survival.
Over-leven
Amen.