Ds. Wessel Westerveld, 9 april 2017

Johannes 12:12-24

 

Jezus, wie ben jij? Wij willen jou zien! Vandaag komt hij als een vorst Jeruzalem binnen.
De hele wereld loopt achter hem aan, zeiden de autoriteiten bezorgd. Maar wat zij toejuichen is Hij niet: een vorst van het kaliber De Grote Goede Baas. En wat Hij is, dat juichen zij niet toe… Een graankorrel

Gemeente voor Jezus Christus,
Gekomen is het uur dat de mensenzoon verheerlijkt wordt” zegt Jezus.
Nu is het zover.
Iets van het geheim van Jezus Messias zal worden onthuld.
Mensenzoon wordt hij genoemd.
Misschien denken sommigen aan het visioen van Daniël (Daniël 7, voor wie het wil nalezen),
waarin ook van een Mensenzoon wordt gesproken,
en een beeld wordt geschetst van de Mensenzoon als de Messias, de Verlosser,
als de Grote Goede Baas van Godswege.
Toch is Mensenzoon Bijbels vooral:
een mens van aarde en adem,
een mens van bloed en Gods Geest,
een mens dus als jij en ik.

En nu wordt onthuld, waar het om te doen is, mensenkind-zijn.
Deze bijzondere mens,
Zoon van God,
Zoon van mensen,
de geliefde, op wie Gods welbehagen rust,
deze zal onthullen
het geheim
van mensenkind-zijn
in Gods naam.

En dan zegt ‘ie:
amen, amen, ik zeg u:
als de graankorrel niet valt in de aarde
en sterft
dan blijft hij alléén;
maar als hij sterft
draagt hij overvloedig vrucht;

Het is een krachtig beeld.
Het roept allerlei associaties bij mij op, en bij u vast ook.
En laat ik vast zeggen, er is niet een goed of fout antwoord op de vraag ‘wat betekent dit nu echt?’–
als dat wel zo zou zijn geweest,
had Christus niet in beelden gesproken,
maar had ‘ie wel gewoon gezegd hoe het zit…
Dus vlieg maar alle kanten op…
Dat doe ik ook.
(…)

Jezus zegt:
amen, amen, ik zeg u:
als de graankorrel niet valt in de aarde
en sterft
dan blijft hij alléén;
maar als hij sterft
draagt hij overvloedig vrucht;

Voor een graankorrel is het, om te zijn waarvoor hij is bedoeld, nodig om in de aarde te vallen.
In de aarde vallen is sterven.
De graankorrel kan pas ontkiemen als hij in de aarde is gevallen.
Dit kun je toepassen op Jezus.
Dan kun je zeggen:
Jezus’ sterven en opstaan hebben zijn bestaan betekenis gegeven.
Zijn sterven heeft de weg tot God vrijgemaakt, opengelegd, geopenbaard voor iedereen.
Zijn sterven aan het kruis heeft niet tot gevolg gehad, dat hij is vergeten.
Integendeel: zijn sterven heeft hem juist doen opstaan – als die graankorrel.
Zijn weggaan onder ons was niet de dood van de vergetelheid.
Integendeel: zijn dood leidt juist tot zijn openbaring, opstaan, onthulling.

Later in deze lezing zegt Jezus dit graankorrelverhaal in andere woorden nog een keer:

als ik van de aarde zal worden omhoog geheven
zal ik allen tot mij trekken!”

We moeten nu het beeld zien, van een gekruisigde Jezus,
die aan het kruis wordt omhoog geheven.
Zoals het graan uit de zwarte aarde opkomt,
zo wordt de gekruisigde Heer op geheven.
Dood staat hij op en draagt hij vrucht.
In het omhoog getrokken kruis is in één adem de opstanding inbegrepen!

In de eerste ‘Nacht van je leven’ die ik in Beverwijk/Heemskerk organiseerde, in 2010,
hebben we onze kruizen aan het Grote Kruis genageld en opgeheven op het hoogste duin van Wijk aan Zee.
Kijk

Al onze lasten en angsten, onze schuld en mislukking,
ze worden door Christus aan het kruis gedragen,
zodat wij leven als bevrijde, losgemaakte mensen,
en in dat kruis dat opgeheven wordt
staan wij mee op, paradoxaal genoeg,
want Christus sterft en wij leven…
… de een zijn dood is de ander zijn brood…

In het beeld van de graankorrel:
die gestorven graankorrel in de zwarte aarde
vecht zich omhoog naar het licht
en wordt tot Brood des Levens – voorbij alle angst en schuld – voor ons.

Genadebrood.
De oogst ligt hier voor ons uitgespreid aan de tafel van het Avondmaal.
(…)

amen, amen, ik zeg u:
als de graankorrel niet valt in de aarde
en sterft
dan blijft hij alléén;
maar als hij sterft
draagt hij overvloedig vrucht;
zegt Jezus…

Je kunt het beeld ook nog wat dichter naar jezelf brengen.
Wie dat heel mooi heeft gedaan,
in de lijn van de bekende Duitse theoloog Eugene Drewermann,
is mijn collega op de Zuid-as, ds. Ruben van Zwieten.
In het magazine “Dood” (laat zien) heeft hij een preek geschreven.
Niet per se over deze tekst.
Woorden als graankorrel en vrucht komen er niet in voor.
Maar het past toch heel precies.
Hoor maar naar een paar passages:

Er was eens een topbestuurder die zijn leven aan mij schetste als een trechter. Voor zijn gevoel kwam de pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar steeds dichterbij. Hij zat nu juist in de bloei van zijn carrière en zat zelfs op een positie die hij nog nooit eerder in zijn leven had bereikt. Toch voelde het naderende einde van zijn carrière als het begin van het einde. Hij keek – zo meende hij – bijna in het vernauwende tuitje van de trechter. Een trechter gaat van de volle breedte naar plotseling een smalle uitloop. De metafoor van de trechter was dan de weg van de ruimte van de jeugd en het werkende leven naar plotseling de enge gang van de ouderdom en de dood. In hemelsnaam, wat een mensbeeld!
(…)

Toen prinses Juliana in 1909 werd gedoopt begon de predikant de doopplechtigheid met de zin: ‘Wij zijn hier vandaag bijeengekomen om prinses Juliana te begraven. Iedereen hield zijn adem in. Hoe kon de dominee nou zo’n fatale verspreking maken terwijl het jonge meisje springlevend geluidjes maakte op de eerste rij? De dominee wilde iets vanuit de Bijbel uitleggen: de normale mens ziet zijn levensweg van leven naar dood, maar zou je het ook kunnen omdraaien? ‘Wie de trechter omdraait, en de doodsangst van zich afwast, beweegt juist van dood naar leven.’ Door in die plechtigheid Juliana door het water te halen, wensten we haar toe dat ze iedere doodsangst van zich zou laten afspoelen voor de rest van haar leven. Door nu die doodsangst te ‘begraven’ en ‘achter te laten’ in het doopbassin, zou ze voortaan met haar voetjes lopen in de richting van het leven in plaats van in de richting van de dood! Dit is dus de omgekeerde trechter! Je ziet het leven niet als een breed begin dat richting de dood steeds verder versmalt, maar als een weg die steeds verder verbreedt naarmate het geheim van het leven zich aan ons toont en je in vertrouwen leeft.
(Tot zover van Zwieten)

Christus de graankorrel als “een omgekeerde trechter”.
Ook een mooie vondst.
(…)

amen, amen, ik zeg u:
als de graankorrel niet valt in de aarde
en sterft
dan blijft hij alléén;
maar als hij sterft
draagt hij overvloedig vrucht;

Het blijft een weerbarstig beeld – ik krijg er geen grip op.
Maar dat is natuurlijk ook juist de kracht van een goed beeld.
Het verwijst altijd naar meer dan het zelf bevat.

Misschien vraagt het beeld om andere beelden – van de poëzie bijvoorbeeld.

Ida Gerhardt dicht:

Gij moet het eenzaam laten
het zaad dat ligt te slapen
en dat al kiem gaat maken.

Dit eerstelingsbewegen
van leven binnen leven
vermijd het te genaken.

Laat het stil in zijn waarde,
zaad in de donkere aarde;
zaad in de donkere aarde.

En het zal groen ontwaken.

Amen.