Ds. Fred Omvlee, 28 mei 2017

Beste mensen, hier tezamen als gemeenschap van Jezus Christus,

Vorig najaar heb ik weer vier maanden meegevaren, van september tot en met december aan boord van marineschip Zr Ms Rotterdam. Het was een reis naar de wateren rond Libië. Want wij moesten de Libische kustwacht opleiden. Wij, dat was in dit geval de EU. Dus een Nederlands schip, aangestuurd door een Italiaanse admiraal, met Duitse, Britse en Griekse trainers aan boord. En 38 Libische Kustwachtleden. Ze kenden elkaar niet, ze kwamen uit verschillende steden. Moslims waren ze, uiteraard. Bij de EU was er vooraf veel onzekerheid en een beetje angst over wat voor types we aan boord zouden krijgen. We hadden mariniers mee die op het ergste voorbereid waren. Maar onze Libische experts zeiden heel treffend: als wij hen behandelen als gevangenen, dan zullen zij zich ook zo gaan gedragen. Behandelen wij hen als gasten, dan zullen zij zich als gast gedragen. Dat bleek een waar woord. Met de nodige restricties die verplicht waren, hebben we hen zo gastvrij mogelijk behandeld. De mariniers gedroegen zich als guardian angels en niet als bewakers. Een gebedsruimte die we voor hen hadden ingericht werd dankbaar gebruikt. Spelletjesavonden, samen schaken en ‘mens erger je niet’en met bemanningsleden waren een succes. Taalbarrières waren er, maar bovenal bleek dat zij oprecht leergierig waren, vaklieden. En we zagen elkaar als mensen. We zagen elkaar als vrienden. Zij gingen na de trainingsperiode huilend van boord.

Tijdens zo’n reis verzorg ik op zondagochtend diensten aan boord. Daar komen gemiddeld zo’n 15 mensen op af. Even een moment bezinnen, temidden van het werk, met soms stress, maar soms ook sleur. Voor mijzelf een belangrijk moment: gelegenheid om een kaarsje aan te steken voor iemand, luisteren naar mooie muziek, soms een verzoeknummer van iemand, een thema, een bijbeltekst, een gebed en een zegen. Diensten van een half uur, met koffiedrinken toe. Een oprechte Onderwegdienst, want meestal varend, soms in een haven.

Een oud pelgrimslied zoals Psalm 126 is daarbij voor mij altijd dankbaar. Het beeld van onderweg zijn: met onzekerheden, met hoop, met verlangen naar huis, maar ook met zin in avontuur, dat is zo’n passende metafoor voor het werken als militair. Er zijn vijandige factoren, er is een doel, er is een thuisfront, er is spanning en bezorgdheid, maar ook goede hoop.

‘Wie in tranen op weg gaat, zal thuiskomen met gejuich’.

Daarnaast is muziek een belangrijke factor voor mij om zelf tot rust en tot mezelf te komen. Ik gebruik daarvoor graag het hele oeuvre van Elvis Presley: zowel vrolijk en swingend, als ingetogen en verdrietig. Er zijn gospels en levensliederen over moeilijke relaties.

Het leven van Elvis is voor mij vaak een betere metafoor dan het leven van Jezus. Voor de verontrusten kan ik dan zeggen: Elvis verwees graag naar Jezus, met nummers als Reach out to Jesus, It is no secret what God can do, Precious Lord take my hand. Zo’n 100 gospels namen Elvis op. En hij zei: niet ik ben de King, maar Jezus Christus.

En tegelijk hoef ik het voor de kenners niet uit te leggen: onlangs ging ik met 14 militairen naar de Duitse stad waar Elvis militair was. Ik vertelde het leven van Elvis zoals ik dat zag, met hoogte- en dieptepunten. En daarna deelden we onze levensverhalen. Om uiteindelijk in een mooie kerk een bezinningsmoment te houden met kaarsjes en gospels. Er werd gelachen en gehuild in die 3 dagen.

Elkaars levensverhalen aanhoren is zo mooi en kostbaar. Daar is God bij aanwezig, geloof ik, zonder dat dat er dik op hoeft te liggen. De echte kerkgang is bij veel militairen vaag, of afwezig. Maar daar gaat het ook niet om, durf ik te zeggen.

Mijn rol om momenten van rust te organiseren en het bezinnen op elkaars leven, is dankbaar en geloof ik: iets waar veel mensen binnen en buiten de kerk behoefte aan zouden hebben.

Letterlijk en figuurlijk is er ruimte in de kerk, er zijn vele kamers. Voor mij is een kerk als deze en mijn werk bij de marine een speeltuin. Een heilige speeltuin om creatief levensverhalen te horen, mensen te ontmoeten. En dan te ontdekken dat de moslim militairen echte mensen zijn, waar je mee kan lachen, schaken en, jawel, dansen. En dat Elvis fans mensen zijn die elkaars leven kunnen aanhoren en een moment van rust en acceptatie beleven met elkaar.

Ik geloof dat we dan ook bezig zijn in de voetsporen van Jezus en ruimte maken in zijn huis, voor elkaar. In my fathers house are many mansions….

In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen

Monnickendam, Fred Omvlee
fredomvlee@gmail.com