Ds. Wessel Westerveld, 15 juli 2018

Psalm 145

God loven. Wat is het? Wat doet het? Hoe werkt het? Waartoe zouden wij dat doen? Het leven is toch al te vaak van ‘oei en au’ – en dan tóch loven? Of juist dan…?

De ENE loven.
Het gebeurt oneindig veel in de Bijbel – en vooral in de psalmen.
En het Hebreeuws heeft er vele woorden voor – alleen in deze psalm al zes verschillende, die zoiets aanduiden als
de ENE loven
prijzen
roemen
zegenen
verheffen
in het licht stellen
danken
en voor de ENE de knieën buigen.

Wat doen we eigenlijk met de ENE loven?
Wat gebeurt er?
Wat is het?
En wat is het niet?

Om met dat laatste te beginnen:
Ik herinner mij in de eerste gemeente waar ik stond een oude vrouw,
uit een wat mij betreft absurd streng christelijk milieu,
die na 30 jaren nu eindelijk haar tranen om de dood van haar dochter de vrije loop kon laten

al die tijd kon ze dat niet – want het mocht niet,
van haar omgeving en intern van haarzelf mocht het niet,
verdriet tonen is twijfelen aan Gods goedheid,
aan Gods wil,
aan Gods zegeningen –
God dient geprezen en geprezen alleen!
Dus tel je zegeningen en neem een voorbeeld aan Job, werd haar te verstaan gegeven.
De Ene heeft gegeven, de Ene heeft genomen, de naam van de Ene zij gezegend…
Zou Job weten dat zijn uitspraak onder sommigen zó scheef is gegroeid…?

Absurd – in het tragische!
Net zo absurd – maar dan in het komische – als in die Monty Python film “The life of Brian”,
waar Brian met nog wat anderen aan het kruis hangt en begint te zingen:
always look on the bright side of life

Dus ja, zoeken naar de pareltjes van vertrouwen, licht, goedheid,
always look on the bright side of life
of je zegeningen tellen in ouderwets Nederlands,
als dat God loven is,
dan is dat misschien wel nastrevenswaardig – en ik wilde dat ik dat kon,
maar de voorbeelden van die vrouw met haar verdriet en van Brian aan het kruis
laten ook zien: er zijn grenzen…
soms is the bright side gesloten – tijdelijk wellicht, maar toch –,
soms komt het niet goed met mensen,
en wordt het niet leuker of mooier voor mensen,
en ook in de Bijbelse verhalen zijn veel van deze mensen –
en bovendien: in veel psalmen wordt God niet alleen geloofd en gezegend,
maar ook zo’n beetje bijna vervloekt, betwijfeld, aangevochten, neem psalm 13 of psalm 22…

En toch: in alle psalmen – niet één uitgezonderd, gebeurt het:
de ENE loven
prijzen
roemen
zegenen
verheffen
in het licht stellen
danken
en voor de ENE de knieën buigen…

Maar dan niet om de ellende te overschreeuwen met een misplaatst halleluja – zoals Brian aan het kruis
of toe te dekken in een soort wereldvreemde angstige vroomheid – zoals de oude vrouw en haar onderdrukte verdriet om haar dode dochter,
want dat gaat nooit lukken: alles wat overschreeuwd wordt of toegedekt,
gaat ondergronds en steekt altijd weer ergens de kop op.
In een depressie, in agressie, in eenzaamheid, of hoe ook…

Maar waarom dan wel?
Waartoe toch zo intensief
de ENE loven
prijzen
roemen
zegenen
verheffen
in het licht stellen
danken
en voor de ENE de knieën buigen…?

Misschien omdat alle ellende een bedding zoekt,
waarin de ellende is gezien, gehoord, gekend – en waarin ze rust vindt.
De bedding van de barmhartige Godsnaam – geprezen de Eeuwige!
God lof!

De ENE loven
prijzen
roemen
zegenen
verheffen
in het licht stellen
danken
en voor de ENE de knieën buigen… –
het helpt je jouw Kyrië in te bedden in Gods Naam.
Maar dan moet dat Kyrië wel stem krijgen – en niet worden overschreeuwd of toegedekt.
Juist de stem van het kyrië,
het verdriet, de onmacht, de angst, ten hemel schreiend,
opent de hemel – en dán pas kan er ruimte komen voor een Gloria:
Anders gezegd: het leed is inbegrepen in Gods goedheid…
De lofzang aan God zónder stem voor het kyrië is onzinnig, is een lege huls,
een soort ‘olé olé olé olé, wie aar de sjampjons’ – gebral zonder dat er ooit een bal is getrapt.
We weten immers allemaal best, dat leven is van ‘oei en au’…
Oei en au – en dan dus juist God loven:
Het betekent niet, dat God het leed wil, denk ik,
ook niet dat het leed op zich ‘goed’ zou zijn – dat is een absurde gedachte –
maar wel dat het leed niet ‘op zichzelf’ staat,
maar altijd zoekt naar een bedding van vertrouwen,
want je moet verder,
het moet ergens de ‘rust’ vinden, dat leed,
dat is gezien en onder woorden gebracht in het Kyrië,
en vervolgens opgetild als in een Gloria – ingebed in ‘het grotere’ dan jouw bestaan.
Als Job zegt
De ENE heeft gegeven,
de ENE heeft genomen,
de naam van de ENE zij gezegend! –
dan is dat het kortste en misschien ook als het krachtigste Kyrië en Gloria van de Bijbel.

God loven:
je ingebed weten in
God-of-zo,
groter dan jij,
barmhartiger en rechtvaardiger,
en jij maakt daar deel van uit.
Jij bent in dat bestaan ingevoegd.
Jij bent er –
met al je kleinheid en grootheid,
verdriet en vreugde en wat-niet-al –
Je bent
en dat verbindt jou met “het Bestaan”
en dat noemen wij God, die heet IK BEN!
Zelfs méér dan dat:
Ik zal er zijn voor jou.
Ik ga waar jij gaat.
Ik neem jou voor lief.

Misschien is God loven je zijn naam in herinnering roepen.
Zijn naam van ‘ikneemjouvoorlief’.
Zelfs als alles te vervloeken valt, dan nog is er die naam.
Temidden van de dood – zelfs daar – is er juist die naam – Goddank!

Een mooi-schrijnend voorbeeld daarvan is wat in 2005 in Taizé gebeurde:
toen werd frère Roger, de stichter van deze communiteit,
doodgestoken door een verwarde vrouw,
midden in een viering,
in een viering tot lof van de Eeuwige,
tot lof van de Levende,
en deze viering, die ging voort,
iedereen ging door met het zingen van de lofzang,
frère Roger werd de kerk uitgedragen, zwaargewond,
de vrouw werd weggeleid,
de politie werd ingeschakeld, natuurlijk,
maar de lofzang werd niet onderbroken, dat ging door,
want die was groter,
zelfs groter dan de afgrijselijke dood van frère Roger…

De gewelddadigheid van het bestaan zal nooit de lofzang om Gods barmhartigheid stilleggen –
en dat heeft iets gigantisch troostsrijks, als je je daaraan overgeven kunt,
het geeft een enorme ruimte – geloof ik.

Dus tóch zeggen wij het psalmdichter na:
Als Hoogste zal ik u, mijn God en koning, eren, uw naam zal ik zegenen, voor eeuwig en altijd

Want – zoals de berijming van psalm 107 zingt:
Gods goedheid houdt ons staande,
houdt dus de lofzang gaande!

Amen.