ds. Mirjam Vermeij, 6 januari 2021

Laat ik mijn eerste bijdrage in 2021 beginnen met een lofzang. Een ode aan de vrijwilligers in de Immanuelkerk en de Oude Kerk. Zij verrichten met veel enthousiasme zo veel kerkenwerk. Of het nu gaat om de kelder opruimen, het Noorderkwartier rondbrengen, zingen in de kerkdiensten, of mensen opbellen – het is allemaal nuttig en nodig. En dan is er nog de techniek – die steeds belangrijker is geworden bij de online vieringen; de leiding in het jeugdwerk – nu een beetje onzichtbaar maar zeker niet uitgeschakeld; de redactieleden van de verschillende uitgaven; en de ambtsdragers, die online en offline stug doorgaan, met beheren, vergaderen, beleid maken. Iedereen bedankt voor zijn/haar inzet!

Wat zet mensen aan tot vrijwilligerswerk in de kerk?
Misschien wel dit: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht. Heb uw naaste lief als uzelf.’ Er zijn geen geboden belangrijker dan deze’ (Marcus 12: 29-31).
Het is een dagelijkse oefening om dit in de praktijk te brengen: God lief hebben, je naaste én jezelf.
Iets doen voor een ander kan een goede manier zijn – en het hoeft niet groot, niet vaak, niet veel te zijn. En misschien werkt het ook andersom: iets krijgen van een ander kan een goede oefening zijn – ook dat hoeft niet groot, niet vaak of veel te zijn.
Maar misschien maak ik het te moeilijk en gaat het gewoon hierom: dat het fijn is om een ander te helpen. Dat het goed voelt om iets voor een ander te betekenen.
En weet u: het is helemaal prima. Ik ben er blij mee. En uw buurman of buurvrouw ook. En ik denk dat onze lieve Heer zegenend zijn/haar handen uitspreidt.

Hart van goud
uit het juiste hout
leeft
geeft
en draagt bij
steunpilaar voor de maatschappij

Handen uit de mouwen
mannen en vrouwen
wat zijn ze prachtig
en vereend, oh zo krachtig

Vrij
en blijvend
maar nooit vrijblijvend
geen loze beloftes
voegt de daad
bij het woord

Onbaatzuchtig
bescheiden

Uniek in zijn soort
(Ode aan de vrijwilliger door Yvette Neuschwanger-Kars, Stadsdichter Schiedam)